De familie Ten Klooster was door de eeuwen heen een eenvoudige familie van landbouwers, eendenkooikers en veehouders. Een geslachtsnaam werd in die tijd niet gebruikt. Zoals toen gebruikelijk was, werden mensen aangeduid met een patroniem, dat wil zeggen dat bij de zoon de vadersnaam als onderscheid werd gebruikt. Albert, zoon van Jan, werd simpelweg Albert Jans of Albert Janszoon. Dat was in die tijd heel gewoon en het was afdoende om verwarring te voorkomen.
Vast en zeker werd er ook onderscheid gemaakt met andere aanduidingen, bijvoorbeeld naar herkomst (als iemand uit een vreemde streek afkomstig was) of naar de naam van boerderij of gehucht waar iemand woonde. Zo komen we bijvoorbeeld in de 18e -eeuwse doopboeken van de Hervormde Gemeente in Hasselt regelmatig de aanduiding ‘t Klooster’ of ‘Zwartewatersklooster’ tegen. In 1795 bij de geboorte van Peter, zoon van Jan Alberts ten Klooster, wordt bijvoorbeeld in het doopboek geschreven: “zoon van Jan Alberts in ’t Clooster”.
Toch gold dat niet als familienaam; het was niet meer dan een nadere aanduiding. In zijn onderzoek heeft Rien ten Klooster de familiestamboom laten beginnen bij familieleden die daadwerkelijk onze achternaam hebben gedragen. In Nederland werd in de Franse tijd bij keizerlijk decreet van 18 augustus 1811 het aannemen van een familienaam verplicht gesteld. Napoleon deed dit vooral omdat hij soldaten nodig had. Een goed werkende burgerlijke stand was immers een voorwaarde voor het invoeren van de dienstplicht [301]. Zo hebben de Ten Kloosters dankzij Napoleon hun geslachtsnaam gekregen.
De stamboom begint bij personen die de familienaam Ten Klooster als eerste gebruikten en die actief in 1811 hebben gekozen voor deze achternaam. Zo vinden we bijvoorbeeld in het Register van aangenomen geslachtsnamen in het gemeentearchief van Hasselt: “Op heden den 17e September 1811 Jan Alberts van beroep landbouwer, wonende in de buurschap ten Velde en Zwartewatersklooster onder deze gemeente verklaart dat hij voor hem en zijne kinderen de geslachtsnaam aanneemt van Ten Klooster”. Daaronder staat hetzelfde geschreven voor Willem Jans, in 1811 het enige meerderjarige kind van Jan Alberts. Op 17 september 1811 zullen ze er met z’n tweeën een tochtje naar Hasselt voor hebben gemaakt …
Paul Rademaker geeft uitleg over Zwartewatersklooster met de hulp van “een originele Ten Klooster” (RTV Oost – 18 april 2016).
Het bijzondere verschijnsel doet zich voor dat de familienaam Ten Klooster aanvankelijk slechts voorkomt in het beperkte gebied tussen Hasselt, Zwartsluis en Meppel met een sterke concentratie in Zwartewatersklooster en De Velde. Toch blijkt uit de gemeentearchieven dat verschillende personen in 1811 de achternaam Ten Klooster hebben gekozen. Het ligt voor de hand te denken dat deze personen familie van elkaar moeten zijn geweest. Uit het onderzoek van Rien ten Klooster is echter gebleken, dat er geen directe mannelijke afstammingslijnen tussen deze personen bestaan en dat deze dus niet in één stamboom kunnen worden geplaatst. Ongetwijfeld zal er in zo’n klein gebied een complex netwerk aan familierelaties hebben bestaan, maar dat lijkt toch niet de bepalende factor te zijn geweest bij het aannemen van de familienaam.
Maar wat dan wel? Om die vraag te beantwoorden nemen we de bewoners van de drie ‘Clooster Erven’ in Zwartewatersklooster onder de loep, namelijk de drie boerderijen die in 1784-1786 zijn gebouwd. Aan de jarenlange bewoning van de rechter boerderij door een familie komt een einde met Janna, de ongehuwde dochter van Arent Theunis en Geertjen Gysius. In 1786 wordt Willem Lubberts van Baarlo als nieuwe pachter genoemd, maar in 1802 staat als meier Jan Alberts van Hamingen te boek. Hij was gehuwd met Hendrina Willems Mastenbroek. Zij kwamen in 1786 in ’t Klooster en kochten in 1802 de rechter boerderij.
Vanuit het archief van de Ridderschappen van Overijssel weten we dat Hendrik Arends in 1802 de meier van de middelste boerderij was. Zijn vader Arend Jacobs en zijn grootvader Jakob Arents woonden er voor hem. Toch wordt de boerderij in 1802 verkocht aan Hermannus Slenderbroek. Het gaat dan niet goed met Hendrik Arends, al zit hij vanaf 1786 met zijn ouders in een volledig nieuw gebouwde boerderij. In 1806 moet hij gedwongen zijn vee verkopen en daarna is het armoede troef. Later zien we dat Wibbigje, de dochter van Hermannus Slenderbroek hier boert samen met Willem Jans, de zoon van Jan Alberts en Hendrina Willems. Zij trouwden in 1814. Hoelang Hendrik Arends nog in de boerderij gewoond heeft, is niet bekend. Tot 1806? Misschien tot 1814? In ieder geval overlijdt hij in Hasselt in 1817. Hij zal zich ongetwijfeld verwant hebben gevoeld met het Clooster Erve waar zijn vader en grootvader meier waren.
De linker boerderij wordt bewoond door Gerrit Jans en daarna door zijn zoon Jan Gerrits. Daarna vinden we zijn zoon Gerrit Jans die gehuwd is met Lubbigje Klaassen, terug in de boeken als meier in 1786. Hij koopt de boerderij van de ridderschap in 1802. Na hem boert zijn zoon in deze boerderij: Jan Gerrits die gehuwd is met Aaltje Alberts.
De relevantie van deze paragrafen zal u niet ontgaan zijn. In 1811 werd de rechter boerderij bewoond door Jan Alberts, de middelste boerderij (waarschijnlijk) door Hendrik Arends en de linker boerderij door Jan Gerrits. Er bestaat geen directe familierelatie tussen deze personen, maar de banden zullen nauw geweest zijn. Uit de gemeentelijke archieven blijkt dat elk van deze personen zelfstandig de naam Ten Klooster als achternaam liet vastleggen in 1811. Alle bewoners van de drie naast elkaar staande ‘Clooster Erven’ blijken later Ten Klooster te heten!
Dat betekent dat we drie geslachten Ten Klooster moeten onderscheiden met Jan Alberts als stamvader van geslacht A, Hendrik Arends als stamvader van geslacht B en Jan Gerrits als stamvader van geslacht C. Kennelijk was de herkomst van een bepaalde plaats heel belangrijk bij het vastleggen van de achternaam, belangrijker dan een familierelatie. Zo vinden we bijvoorbeeld de broer van Jan Alberts die in Hamingen is blijven wonen, na 1811 terug als Peter van Hamingen. De meiers van de boerderij aan het Cloosterzijl heten later Kloosterziel. In de buurt komen ook Van de Velde voor en Mastenbroek. Zou er tussen de Ten Kloosters in 1811 overleg zijn geweest over de te kiezen achternaam? Je vraagt het je af, maar we zullen het nooit meer weten.
In dit deel van de website zijn de stambomen te raadplegen van elk van de geslachten Ten Klooster. Via een index zijn alle personen in de stamboom op voornaam en achternaam te achterhalen. Uit privacy-overwegingen is niet alle informatie publiekelijk beschikbaar. Om informatie te krijgen over nog levende familieleden moeten gebruikers zich eerst registreren, waarbij ze de registratievoorwaarden accepteren. Registratie kan hier.